Categorie: print

In de Telegraaf over het nieuwe werken

 Afgelopen zondag 30 juli stond Gendo in de telegraaf met een interview over de arbo impact van ‘het nieuwe werken’. De quote over onze innige band met een specifiek arbo bedrijf (365/Keur company) is in goede Telegraaf traditie enigzins overdreven. Arbo en ergonomie aspecten zijn echter wel een niet te missen onderdeel van nieuwe manieren van werken. Voor meer informatie over onze dienstverlening op dit gebied staat hier. Of neem contact met ons op. Klik op de afbeelding voor een hogere resolutie.


Interview SRA magazine

Voor het relatiemagazine van SRA-accountants werd Gendo geïnterviewd over haar toekomst-visie. We spraken vooral over onze ideeën mb.t. de belangrijke veranderingen die de wereld de komende 10-20 jaar te wachtten staan. De financiële crisis en de consequenties voor supermacht USA, de mogelijke impact van opensource software op de branche, de gevolgen van real-time financiële transparantie voor ondernemingen en de nieuwe rol van accountants in die toekomstige wereld. Verderop in het magazine staat een artikel over de impact van 3D printers; een van onze geliefde ‘disruptive technologies’. Klik op de afbeelding of hier voor een scan in leebare resolutie.

Interview in SRA magazine


Gendo in VK-banen: Het Nieuwe Werken

Voor Volkskrant Banen werd Gendo gevraagd commentaar te leveren op het fenomeen ‘Het nieuwe werken’. Voor ons eigenlijk niet zo ‘nieuw’ want werken los van tijd en plaats met behulp van ICT doen wij allemaal al ons hele werkzame leven. We helpen onze klanten met technologie om dit mogelijk te maken. Daarnaast werken we met de klant vooral aan de organisatie veranderingen die net zo belangrijk en veel lastiger zijn om te realiseren dan de gevolgen van een stuk techniek.

Lees het artikel online op VK-Banen of hieronder:

Het nieuwe werken vraagt om een mentaliteitsverandering

05 juli 2010 – Grace Wermenbol

Bij het nieuwe werken gaat het niet alleen om thuiswerken en je werktijden zelf invullen. Er is een mentaliteitsverandering nodig. Het is vooral belangrijk een nieuwe balans te vinden. Voor leidinggevenden is dat een balans tussen controle en vertrouwen, en voor werknemers tussen werk- en privéleven.

Microsoft begon vijf jaar geleden al met het invoeren van het nieuwe werken. Het bedrijf deed dit naar aanleiding van een pamflet van Microsoft-directeur Bill Gates, waarin hij opriep tot een nieuwe werkmentaliteit. In dit pamflet, genaamd The New World of Work, stond dat mensen met behulp van nieuwe IT-technologie hun werk en privéleven beter zouden kunnen combineren door bijvoorbeeld thuis te kunnen werken. De achterliggende gedachte was dat als mensen tijd- en plaatsonafhankelijk functioneerden, de bedrijfsproductiviteit omhoog zou gaan. Merle Blok doet bij TNO onderzoek naar het effecten van het nieuwe werken. Volgens haar tonen recente cijfers inderdaad aan dat thuiswerken tot een hogere productiviteit leidt. ‘Maar dat komt vooral omdat mensen thuis langer doorwerken dan op kantoor.’

ICT-faciliteiten
Om het flexibele werken te ondersteunen zijn er wel goede ICT-faciliteiten nodig. E-mail is hierin minimaal vereist. Nieuwere applicaties zoals Wiki’s (waarvan Wikipedia het bekendst is) kunnen worden gebruikt om vanuit verschillende plekken samen te werken aan bedrijfsdocumenten. Om communicatie onderling te ondersteunen zijn er chat-systemen nodig, waarmee je kunt zien wie online aan het werk is en de mogelijkheid er is om een vraag te stellen of idee te delen. Beveiliging is hierbij voor werkgevers van groot belang. Als het niet gewaarborgd is dat de bedrijfsgegevens veilig zijn voor ongewenste buitenstaanders, kan er niet thuis of op andere flexibele plaatsen worden gewerkt.

Voor Microsoft was het invoeren van het nieuwe werken een stuk makkelijker, aangezien het bedrijf voorloper was in de computertechniek die het flexibel werken mogelijk maakt. Nu kan Microsoft gezien worden als één van de voorlopers van het nieuwe werken binnen Nederland en dient het als voorbeeld voor veel anderen bedrijven, die nog aan het begin staan van het overgangsproces.

Cultuurverandering
Adviesbureaus zoals Gendo en Wortell specialiseren zich in het ondersteunen van bedrijven die de overgang naar het nieuwe werken wagen. In eerste instantie waren deze bureaus vooral opgezet met de bedoeling om bedrijven te helpen de juiste ICT-faciliteiten in te voeren. Maar al snel bleek dat de cultuurverandering, die het tijd- en plaatsonafhankelijk werken met zich meebracht, voor problemen zorgde. ‘De computervaardigheden die nodig zijn om vanuit een andere plek op het systeem te kunnen werken, hebben de meeste mensen binnen tien minuten onder knie, maar daarna worden zij voor het probleem gesteld: hoe gaan we afzonderlijk samenwerken?’ zegt Arjen Kamphuis adviseur en IT-architect van adviesbureau Gendo. ‘Ook de transparantie van een online systeem als Wiki, waarmee iedereen kan zien hoeveel werk verricht wordt door anderen, kan heel confronterend zijn. Mensen die zich altijd druk voordeden, blijken opeens minder te doen dan gedacht’, aldus Kamphuis.

Bij het maken van de omslag naar het nieuwe werken komt veel kijken. Goede communicatie is daarbij essentieel. ‘Dit kan letterlijk een groepsgesprek zijn waarbij iedereen de kans heeft zijn of haar problemen en vragen aan bod te laten komen’, zegt Wietske Eveleens, zelfstandig organisatieadviseur. Cursussen en workshops kunnen helpen bij het op de juiste manier instellen van flexplekken om zo een gezonde werkplek te creëren. Maar ook bij het aanleren van een nieuwe manier van leidinggeven. Eveleens: ‘Leidinggevenden moeten leren op basis van vertrouwen te werken met hun ondergeschikten. Zij hebben immers niet meer dezelfde controle als wanneer hun werknemers dagelijks fysiek op kantoor aanwezig zijn.’

René Van Woezik, consultant en als ergonoom verbonden aan de ArboNed, een landelijke arbodienst voor advies en ondersteuning op het gebied van arbeidsomstandigheden en verzuimbeleid, vindt dat minimaal een half jaar van tevoren begonnen moet worden met oriënterende cursussen. ‘Hiermee kunnen zowel de werknemers als leidinggevenden worden voorbereid op het nieuwe werken. ‘

Voorbeeldfunctie
Microsoft heeft zich vooral gericht op de managers, die het goede voorbeeld moesten geven. ’Als managers laten zien dat zij patronen kunnen doorbreken, door andere werkplekken en -tijden voor zichzelf in te stellen, is dat een voorbeeld voor hun ondergeschikten’, aldus Ineke Hoekman, woordvoerster van Microsoft. Ook Laura Kluijtmans van IT-organisatie Wortell is voorstander van deze stijl. ‘Aangezien het team de nieuwe werkwijze van de managers moeten overnemen, hebben zij een voorbeeldfunctie.’

Wel is het belangrijk om in beschouwing te nemen dat de overgang naar het nieuwe werken veel tijd vergt. Volgens Blok van TNO moeten mensen de mogelijkheid krijgen om te wennen aan het flexibel werken. ‘Cursussen en workshops kunnen helpen bij de oriëntatie op het nieuwe werken, maar het heeft ook met ervaring te maken. Mensen moeten simpelweg een nieuwe balans vinden.’


De kantoren van de toekomst

Voor onze klant Deerns engineering deze column over de kantoren van de toekomst. Deze week te lezen in hun magazine.

Kantoor 2028

Hoe kantoren er over twintig jaar uitzien hangt af van twee fundamentele factoren. Ten eerste de technologische hulpmiddelen. Denk aan ICT-gerelateerde zaken als snelheid en kosten van computers, netwerken en opslagcapaciteit. De grootste winsten zijn technologisch te boeken door software die steeds beter aansluit bij menselijke kracht en zwakheden. Het windows-iconen-muis paradigma van Xerox is de laatste 25 jaar enorm verfijnd. Dit heeft computergebruik voor vrijwel iedereen mogelijk gemaakt maar is zeker geen eindpunt. De komende jaren zullen wetenschappelijke inzichten worden ingezet om software gebruiksvriendelijker en effectiever te maken; bijvoorbeeld kennis van menselijke cognitieprocessen en neurologie. En dan heb je nog de plek zelf; met nieuwe materialen maken we straks fijnere stoelen en bureaus én gebouwen die zo in elkaar zitten dat ze ons maximaal faciliteren in onze mentale processen.

De tweede factor zijn we zelf. Ons vermogen om al deze hulpmiddelen effectief te gebruiken kan een bottleneck zijn. Technisch-wetenschappelijke ontwikkelingen lopen vaak zo’n twintig jaar voor op wat de meeste organisaties, en de mensen die daar rondlopen, aankunnen. Je krijgt dus grote verschillen tussen en binnen organisaties. Leeftijd, opleidingsniveau, achtergrond en attitude; het zijn allemaal factoren die van invloed zijn op het vermogen om te gaan met nieuwe hulpmiddelen. Het papierloze kantoor is technisch al zeker 15 jaar mogelijk, maar oude gewoontes slijten langzaam en goedkope IT heeft ook goedkope printers gebracht. Voorlopig stijgt het papierverbruik nog. In kleine start-ups zonder ingesleten patronen zijn de eerste papierloze organisaties een feit. In nieuwe organisaties zijn ook klassieke patronen van hiërarchie en samenwerken afwezig. Zo weken opensource gemeenschappen productief samen zonder het bestaan van formele organisaties of beloningsmechanismen en maken zo de software waar een groot deel van het internet, en alle TomTom’s op draaien. Maar ook in deze gemeenschappen blijft de behoefte aan de fysieke ontmoeting op een vaste plek.

Daarnaast speelt het type werk een rol. Waar grafici en architecten het moeten hebben van de nieuwste middelen, zijn beleidsmakers wellicht nog prima af met twintig jaar oude tekstverwerker. En waar de een eenvoudig administratief werk heeft in een laag-geautomatiseerde organisatie, doet een ander complex, creatief en kennisintensief werk waarbij de grenzen van de technologische mogelijkheden worden opgezocht. Hét kantoor van de toekomst bestaat dus niet.

Ook in 2028 zitten veel mensen gewoon ‘achter’ hun bureau, terwijl anderen ergens op de wereld ingeplugd zijn op internet. Dat doen ze soms alleen, maar meer waarschijnlijk met andere mensen en in samenwerking met intelligente systemen die veel van het analytische en niet-creatieve werk overnemen. Maar voor iedereen zullen attitude, opleiding en toegang tot communities van kennis bepalend zijn voor de productiviteit en creativiteit. Omdat technologie voor iedereen beschikbaar is zal dat alleen nauwelijks onderscheidend kunnen zijn.


Deutsche grundlichkeit, ook bij privacy

In een artikel in De Pers (PDF) over de verschillen in privacy beleving tussen Nederland en Duitsland word ik genoemd als voorbeeld van iemand die voor de Duitse beleving heeft gekozen. De term ‘vluchteling’ is niet de mijne, protest past wellicht beter. 


Hoe een aap op Mars komt

Vorig jaar vroeg XS4all of ik een bijdrage wilden leveren voor hun boek (PDF) over de geschiedenis en toekomst van Internet. Ik besloot het wat breder te trekken op pag 102. Ook mijn collega Menso leverde een bijdrage (pag 36), of hier op zijn blog.

Lang geleden waren er wat apen op de savanne van Afrika. Ze hadden het moeilijk want andere dieren waren sterker en sneller dan zij en konden jagen. Weer andere dieren konden het droge gras verteren en met weinig water toe. De apen konden geen van deze dingen. Je zou denken dat ze het nooit zouden redden laat staan een belangrijke rol zouden spelen in de evolutie van de Aarde. Dat ze dat toch gelukt is komt door een unieke combinatie van twee dingen die alles anders maakte: een opponeerbare duim en grote hersens.

Elk van deze zaken apart maakt niet veel verschil. Dolfijnen hebben grote hersens en zijn zeker intelligent. Maar zonder handjes om iets te doen met die intelligentie kan je geen complexe beschaving opbouwen. Chimpansees hebben ook duimen maar missen de hersens om vuistbijlen en terabit optical routers te bouwen. Dus zitten dolfijnen en chimpansees in onze dierentuinen i.p.v. andersom.

Bij de term intelligentie denken mensen vaak aan boekenwijsheid en wereldvreemde academici. ‘Je hebt meer nodig dan alleen intelligentie om het te redden in deze wereld’ wordt gezegd alsof charisma en emotionele sensitiviteit in de nieren zitten in plaats van de hersenen. Denk bij het woord intelligentie niet aan een verdwaasde hoogleraar maar aan het verschil tussen mensen en chimpansees.

De mens werd de baas op Aarde door intelligentie, niet door harder te rennen, lang zijn adem in te houden of door de huid van een olifant te bijten. Intelligentie, het vermogen om nieuwe oplossingen te bedenken voor nieuwe problemen is de sleutel tot alles wat we zijn. Eerst het gebruik van het bovenbeen van een antiloop, toen vuistbijlen, werpsperen en (evolutionair gezien) niet lang daarna de verbeterde werpspeer die wij ‘intercontinentale ballistische kernraket’ noemen.

Technologie komt voort uit intelligentie en heeft een fundamentele invloed op wie we zijn en hoe we leven. Vuur, landbouw, brons, het wiel, het domesticeren van dieren en irrigatiesystemen veranderden fundamenteel onze positie ten opzicht van alle andere dieren. Maar met het schrift kwam er een technologie die voor het eerst onze meest waardevolle eigenschap ging verbeteren. Voor het eerst was het mogelijk om kennis duurzaam vast te leggen buiten onze hersens en over grote afstanden in tijd en geografie over te dragen. Dit had enorme gevolgen voor de schaal waarop we ons konden organiseren en de snelheid waarmee we nieuwe ideeën konden ontwikkelen door voort te bouwen op de ideeën van anderen.

Rond 1440 werd de moderne boekdrukkunst uitgevonden door Johannes Gutenberg. De gevolgen van deze uitvinding zetten Europa twee eeuwen op de kop. Opeens waren boeken betaalbaar voor een opkomende middenklasse van burgers. Er kwamen boeken over allerlei zaken; geschiedenis, politiek, wetenschap, cultuur. Voor het Vaticaan was vrije verspreiding van kennis en ideeën een  bedreiging en daarom werden huurlegers Europa ingestuurd om alle drukpersen te vernietigen. Gelukkig pikten burgers dit niet en een paar stevige knokpartijen over het recht te geloven wat je wilden waren het gevolg. Later zouden Scientology en BREIN dit gevecht nog eens dunnetjes overdoen, met evenveel succes.

Nu kennis niet allen op schrift kon worden vastgelegd en gedeeld maar ook goedkoop op massale schaal kon worden gereproduceerd raakte onze beschaving in een stroomversnelling. Wetenschap bracht nieuwe technologie en al snel rookten de schoorstenen van de industriële revolutie door heel Europa en daarna de rest van de wereld.

Daarna ging het snel. Om complexe samenlevingen te runnen waren ruim een eeuw geleden telmachines nodig en daaruit ontstonden de computers die wij vandaag allemaal gebruiken. Die computers met elkaar laten praten was een logische stap om de onderzoekers die ze gebruikten slimmer samen te laten werken. Veertig jaar later zijn de InterWeps niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Nu hebben we allemaal een drukpers met een wereldwijd bereik.

Acces voor allen is de volgende stap in de ontwikkeling van onze beschaving. Het is een stap die net zo fundamenteel zal blijken als iedereen leren lezen en schrijven. Het maakt ons slimmer omdat we meer informatie, kennis en ideeën sneller en goedkoper met meer mensen kunnen delen. Internet en goedkope computers in ieders broekzak zullen minimaal voor evenveel verandering gaan zorgen als die drukpers van 550 jaar geleden. Alleen gaan die veranderingen deze keer tien keer zo snel.

Maar het zou kunnen dat de gevolgen van genetwerkte computers die braaf de wet van Moore volgen nog fundamenteler zijn. Als computers ons slimmer maken of zelf slim worden kunnen ze o.a. gebruikt worden om nog sneller nog slimmere systemen te maken, die dan weer nog slimmere systemen maken enz… Als het verschil tussen ons en chimpansees er voor zorgt dat wij op de maan lopen en de chimps onze huisdieren zijn wat zijn dan de gevolgen van een systeem (AI of een mens-machine combo) dat fundamenteel slimmer is dan de slimste mens die ooit heeft bestaan? En als die slimheid wordt ingezet om steeds slimmere opvolgers te creërenzou het een zelfversterkend proces kunnen worden. Dit zou de hele informatierevolutie van de afgelopen millennia reduceren tot eenvoorproefje van de echte aardverschuiving die ons de komende decennia te wachten staat.

Hoe komt die aap op Mars? Met behulp van zijn grote hersens en opponeerbare duim. En wat andere technische hulpmiddeltjes waarvan Internet waarschijnlijk de belangrijkste van de afgelopen 500 jaar is.


Maanlanding +40. what’s next?

Spits artikel pag 1

Sp!ts nieuws stelde de vraag wat het volgende ‘grote project’ voor de mensheid zou moeten zijn? Terug naar de maan? Mars? Of heel iets anders? Wubbo Ockels, collega futuroloog Paul Ostendorf en ik mochten er iets over zeggen. Paul en ik delen de visie dat nanotechnologie een terrein is met grote mogelijkheden. Veel daarvan klinken als science fiction. Net als een mens op de maan in 1962.

Nanotechologie biedt een technologisch pad naar het oplossen van het probleem van schaarste aan sommige materiële goederen in onze wereld, veelal de oorzaak van armoede, conflicten en milieuvervuiling. Als we ooit naar Mars willen zullen we nanotechnologie nodig hebben als technisch hulpmiddel om betrouwbare en betaalbare ruimteschepen te contrueren en, eenmaal aangekomen, de kolonisten te voorzien van voedsel en een plek om te wonen. De eerste simpele 3D-printers bieden een blik op een toekomst waar iedereen zelf -bijna- alle fysieke producten kan maken die je nodig hebt.

Er is een enorme behoefte aan bestuurders met lef en visie die dergelijke sprongen mogelijk maken. Het feit dat de maanlanding na 40 jaar nog steeds zo inspirerend is laat zien dat mensen meer willen dan belastingverlaging en een aangeharkt plantsoen. Wie heeft het lef om meer te doen dan het vermijden van fouten?

Meer over Gendo’s werk op het gebied van scenarioplanning hier. Voor een langer interview over Gendo’s visie op de toekomst zie hier. Klik op de afbeeldingen voor hoge resolutie of download de Spits van vandaag.

De volledige speech hier.