Realisme, dooddoeners en FUD

Wim Liebrand (directeur van Stichting SURF en SURFfoundation) schrijft in zijn column die op 6 januari op Livre werd geplaatst, dat we ‘realistisch’ moeten blijven als het gaat om ‘open’ zijn. In zijn eigen betoog is het echter lastig om veel realisme te vinden, of feiten, of argumenten.

Er wordt een heleboel geroepen over bewegingen en religie. Allerlei van dit soort labels wordt geplakt op principiële discussies over vrije toegang tot informatie, onafhankelijkheid van overheden en transparantie van publieke processen. Een principiële discussie ‘religieus’ noemen is een van de standaardtrucjes om te argumenteren als je zelf geen meer argumenten hebt.

Na een keer of vier lezen kan ik twee min of meer feitelijke beweringen vinden. Lees even mee.

Open source software is even duur als proprietary (gesloten) software, de kosten zitten alleen ergens anders (4de alinea). Afgezien van een volstrekt gebrek aan bewijs voor deze stelling (dit in tegenstelling tot gedegen onderzoek (als PDF) van bijvoorbeeld MERIT) gaat Liebrand hier met groot gemak (of onwetendheid) voorbij aan allerlei andere redenen om vrije/open source software in te zetten. De vaste lezers van Livre kennen ze wel; onafhankelijkheid van leveranciers, lokale kenniseconomie, transparantie van processen, toekomstvastheid door flexibiliteit, et cetera. Een ieder de hier niet mee bekend is moet het actieplan (als PDF) nog eens lezen. Lagere kosten is niet de primaire reden om open source software te willen, maar een paar miljard euro extra per jaar geïnvesteerd in onze eigen kenniseconomie lijkt me een goed plan. Wellicht blijft er nog zelfs wat meer over voor infrastructuur.

De overstap naar een leveranciersonafhankelijke data-standaard voor digitale documenten is onverstandig, want het levert extra werk op. En bovendien; er is al een ‘defacto’ standaard (alinea 6). Een ander woord voor ‘defacto standaard’ is monopolie. En laat nou net toevallig de primaire leverancier van die ‘defacto standaard’ in hoger beroep voor de zoveelste keer veroordeeld zijn voor misbruik van haar economische machtspositie.

Afgelopen week hebben veel gebruikers van proprietary, binaire fileformats weer eens de pijn kunnen voelen die hoort bij leveranciersafhankelijkheid. De ene dag kan je een bestand nog openen, de volgende dag moet je eerst handmatig in de registry gaan knutselen. Er is geen enkele leverancier die verder wil met binaire fileformats en bovendien wordt het OpenDocument Format (ODF) door iedereen ondersteund zodat iedereen zelf kan kiezen met welk instrument hij/zij informatie bekijkt en bewerkt.

‘We moeten wel realistisch blijven’ is de dooddoener van iedere conservatief die, zonder echte argumenten te kunnen aanvoeren, een majeure verandering probeert tegen te houden. Wim Liebrand schaart zich in de geschiedenis aan de kant van de mensen die het niet realistisch vonden dat mensen zelf de bijbel konden lezen in hun eigen taal, of zelf andere boeken mochten drukken. ‘Dan gaan ze maar gekke ideeën in hun hoofd halen, dat leidt tot chaos. Dat moeten we niet doen, het gaat toch prima zo’. Schrijnend dat iemand die leiding geeft aan de realisatie van de belangrijkste instrumenten voor kennisontwikkeling, sinds de uitvinding van de boekdrukkunst, in regel na regel zo’n gebrek aan visie ten toon spreidt.

Helemaal aan het eind doet de heer Liebrand ons geloven dat er nog een soort brede maatschappelijke discussie gevoerd moet worden om te bepalen wat en wanneer we iets gaan doen. Hij wil daar zelfs wel in faciliteren. Wake up call; die discussie is de afgelopen 5 jaar gevoerd en is op 12 december vorig jaar afgerond. Regering en volksvertegenwoordiging zijn het eens. De beleidsrichting is bepaald. Het past niet dat een medewerker van de publieke sector dan nog allerlei FUD gaat rondstrooien en het afgesproken beleid ‘een beetje dom’ noemt. Da’s écht niet realistisch.