Oma weet waarom

<webwereld column>

Mijn oma is geboren in 1920 en moest op haar twaalfde van school om te werken in haar vaders winkel, zij heeft nooit een computer gebruikt (wel een iPod voor audioboeken). Oma is nu 90 en wil nog steeds graag weten wat ik nu zoal doe.

Meestal stap ik dan vrij snel over de techniek heen, want daar heeft oma niet zo veel mee. Het waarom is veel relevanter. Privacy, burgerrechten en zelf de baas zijn over je spullen/informatie. Dat kan ze prima begrijpen zonder alle technische details van open bron codes en cryptografie te volgen.

Bits of Freedom organiseerde afgelopen zondag in Amsterdam een lezing en discussie met Prof. Eben Moglen, Moglen is een voormalig programmeur die zich tegenwoordig als hoogleraar rechten en advocaat sterk maakt voor free software. Een deel van zijn lezing ging over de risico’s van cloudcomputing (zie hier een eerdere lezing in New York over hetzelfde thema).

Naast zijn nieuwe plannen voor een technisch project (de Freedom box) sprak Moglen vooral over het waarom van digitale vrijheden. Dat waarom uitleggen is in Nederland nog een lastige zaak.

Een recent filmpje waar BOF over twitterde laat dit probleem een beetje zien. Het is een korte opsomming van hedendaagse inbreuken op de privacy van burgers maar spreekt met geen woord over de vraag waarom deze inbreuken een probleem zijn. Bij veel kijkers blijft er dan toch een ‘so what?’ gevoel hangen.

Het probleem bij het uitleggen van de waarom vraag is dat we in Nederland geen recente voorbeelden hebben van een overheid die echt de weg kwijt raakt (in tegenstelling tot Spanje en Oost Europa). Het nut van een recent voorbeeld zie je terug in een medewerker van het Duitse T-mobile die aan de Britse overheid gaat uitleggen waarom het aftappen van al het mobiele telefoon verkeer wellicht niet zo’n goed idee is. Churchill draait zich om in zijn graf.

Omdat we in Nederland de afgelopen 100 jaar maar twee echte rampen hebben meegemaakt (de Duitse bezetting en de watersnood ramp) voelen we ons genoodzaakt terug te vallen op de 2e wereldoorlog om het belang van burgerrechten aan elkaar uit te leggen. En dan vliegen de Godwin-beschuldingingen je om de oren. Voor de post-babyboom generatie is ‘de oorlog’ geschiedenis, een verhaal waar we over lezen maar niet helemaal echt. En dat iets wat daar maar een beetje op lijkt weer zou kunnen gebeuren is onvoorstelbaar en daarmee onbespreekbaar.

Oma heeft dat probleem niet want zij heeft dat echt meegemaakt. Een echte oorlog. Waar de vorige overheid opeens vervangen werd door een nieuwe overheid die zeer voortvarend aan de slag ging met de data-verzamelingen die in de decennia daarvoor waren aangelegd (met name de accurate etnische registraties waren destijds ontzettend handig). Een overheid die je buren op de trein naar Westerbork zet en een kennis doodschiet vanwege het bezit van een radio.

Tet de Boer - OlijEben Moglen deed de suggestie onze grootouders in te zetten bij het beantwoorden van de vraag waarom privacy en andere burgerrechten belangrijk zijn. Mensen die de gevolgen van een minder leuke overheid persoonlijk hebben meegemaakt zijn grotendeels vrijgesteld van Godwin-regels. Zij kunnen  met overtuiging en vanuit een persoonlijk (in plaats van abstract en historisch) perspectief vertellen. De gezondheid van mijn oma staat niet meer toe dat ze op allerlei zeepkisten gaat staan maar hopelijk zijn er hier en daar nog wat (over)grootouders te vinden die de facebookende en foursquarende jongere generaties van Nederland het waarom van privacy en andere burgerrechten kan uitleggen.

Aan het eind van zo’n uitleg drukt oma mij altijd op het hart: "ben je wel voorzichtig?!" Want je weet maar nooit wat je overkomt als je kritisch bent tegenover de overheid. Af en toe even luisteren naar oma, want zij weet waarom.

Opgedragen aan Tet de Boer – Olij,
Kollum 1920 – Leidschendam 2010