Een redelijke discussie

<webwereld column>

klik hier om film te piraten!De afgelopen weken werd door een aantal lekken van documenten glashelder dat het cluster van bedrijven die ik zal aanduiden als de ‘copyright-industrie’ geen enkel middel schuwt om haar commerciële belangen te verdedigen. De copyright-industrie zijn al die bedrijven die verdien-modellen baseren op de meest extreme neo-liberale interpretaties van auteursrecht. In deze interpretatie is het vermogen om geld te verdienen met het eindeloos opnieuw verkopen van het zelfde stukje intellectueel eigendom belangrijker dan democratische controle op het ontstaan van wetten of fundamentele burgerrechten, zoals bijvoorbeeld het principe van onschuld tot het tegendeel bewezen is. 

Waar het auteursrecht ooit begon met een lengte van 14 jaar in de 18e eeuw is het in de 19e en 20ste eeuw opgerekt tot 70 jaar na de sterfdatum van de auteur. Hoe auteursrecht 70 jaar na het overlijden van een creatieveling die persoon kan aanzetten tot meer creativiteit (het oorspronkelijke doel van het auteursrecht) is niet helemaal duidelijk. Er is geen enkel bewijs dat er meer cultuur tot stand komt door eindeloze verlenging en aanscherping van het auteursrecht en veel indicaties dat het zowel nieuwe creatie als het bewaren van culturele werken enorm remt.

Enerzijds zijn er de inmiddels beruchte ACTA onderhandelingen. ACTA is een internationaal verdrag dat namaak van merkartikelen en andere vormen van auteursrechtinbreuk moet tegen gaan. Hoewel de burgers van de participerende landen straks op straffe van boetes of erger worden gehouden aan dit verdrag mogen zij op geen enkele wijze participeren of zelf meekijken met het creatie-proces er van. Bedrijven uit de copyright-industrie mogen dat wel en het lijkt erop alsof zij een zeer sturende rol spelen bij de inhoudelijke ontwikkeling van ACTA. Burgers en hun volksvertegenwoordigers staan buiten spel en niemand wil hardop zeggen waarom. Dat wekt geen vertrouwen.

Nu blijkt dat de overkoepelende copyright-industrie lobbyorganisatie, de International Intellectual Property Association in haar rapport aan de Amerikaanse regering een aantal landen op een speciale watchlist wil zetten omdat de regeringen van deze landen actief de inzet van opensource software promoten. De inzet van opensource wordt vergeleken met auteursrechtinbreuk, protectionisme en zelfs terrorisme omdat het het vermogen om geld te verdienen van proprietary software bedrijven onder druk zet. De logica hiervan is zo verwrongen dat je het drie keer moet lezen om te geloven dat iemand het in zijn/haar hoofd haalt om dat anno 2010 op te schrijven. Wel mooi dat een Nederlands demissionair kabinet dat opensource promoot dus tegelijkertijd in de ‘coalition of the willing’ en de ‘axis of evil’ kan zitten.

De hele gang van zaken roept de vraag op in hoeverre wij als burgers überhaupt nog een rationele discussie kunnen voeren met deze lieden in de hoop een redelijke consensus te vinden. Een werkbare balans tussen verschillende belangen vraagt dat beide partijen een aantal basisregels van (bijvoorbeeld) de democratische rechtsstaat respecteren. Als lobbygroepen echter zo grof als in deze gevallen buiten de normale kaders gaan opereren laten zij de andere partij in het debat geen andere keus dan dat ook te doen. Die andere partij zijn wij burgers en wij zijn met meer. En omdat we met meer zijn kunnen we sneller innoveren om iedere technische of juridische barriere te omzeilen. In alle publieke debatten over auteursrecht wordt de bewijslast immer gelegd bij burgers die menen dat het allemaal wat minder extreem zou moeten. De copyright-industrie en haar lobbyisten hoeven nooit aan te tonen wat het maatschappelijk nut is van de eindeloze aanscherpingen van het auteursrecht. Als een industrietak wettelijke bescherming van hun businessmodel wil, is het dan niet redelijk dat zij aantonen dat de samenleving ook echt iets heeft aan die bescherming? En als ze dat niet willen of kunnen… waarom zouden burgers deze partijen en de ‘rechten’ die zij zo eenzijdig claimen überhaupt nog serieus nemen?

De copyright-industrie lijkt af te willen stevenen op een totale oorlog tegen haar eigen klanten waarbij burgerrechten die al eeuwen bestaan eenvoudig terzijde worden geschoven in geheime onderhandelingen. Vanzelfsprekend houden brave burgers zich aan de wet en proberen zij onredelijke wetten allereerst middels de gebruikelijke democratische kanalen te veranderen. Als die paden echter bewust en actief worden geblokkeerd dan valt men terug op burgerlijke ongehoorzaamheid. Als dat ook niet helpt volgen straffere acties. Gelukkig is burgerlijke ongehoorzaamheid in dit geval heel leuk om te doen; Download, upload, kopieer, deel, kraak, jailbreak en remix tot alle leden van de IIPA tot bezinning komen onherroepelijk failliet zijn.

En dan vieren we een feestje. Met veel muziek natuurlijk.