Asbest is ook handig

AsbestDecennia lang zijn in de hele westerse wereld huizen gebouwd met asbest. Asbest was een betaalbaar materiaal dat sterk, slijtvast, isolerend was en bovendien uitstekende brandwerende eigenschappen had. Door al dit fijns en de lage prijs was het ideaal spul om overal voor te gebruiken. En dat deden we dan ook.

Zolang dat asbest netjes op z’n plek blijft is er niet zo veel aan de hand. Dan doet het z’n werk en is er dus geen reden om over asbest na te denken. De problemen ontstaan wanneer er iets moet veranderen, een verbouwing bijvoorbeeld. Als bij het neerhalen van een muur de asbest vrijkomt als microscopische vezels vormt het een enorm gevaar voor de gezondheid van iedereen die de pech heeft dichtbij te zijn. Inmiddels is het verwerken van asbest zeer streng gereguleerd. Ondanks die regulering vallen er door alle asbest die decennia lang in allerlei zaken zijn verwerkt nog steeds twee keer zo veel doden als in het verkeer.

Omdat de lange-termijn consequenties van het gebruik van asbest zo groot zijn is het gebruik er van verboden. Dit ondanks het feit dat de oorspronkelijke redenen voor het gebruik nog steeds bestaan. Asbest is nog steeds goedkoop, sterk, slijtvast, isolerend en brandwerend. Maar toch gebruiken we het niet meer omdat we de maatschappelijke prijs te hoog vinden. Strategische en maatschappelijke redenen zijn dus belangrijker dan praktische en technische voordelen.

Als er gesproken wordt over software die overheden gebruiken voor hun dagelijks functioneren lijkt het maken van onderscheid tussen strategische en operationele argumenten nog vrijwel onmogelijk. Bezwaren over de fundamentele ongeschiktheid van gesloten (en daarmee niet te controleren) systemen worden eenvoudig weggewuifd met de stelling dat ‘het toch wel handig is’ en ‘men er nu eenmaal aan gewend is’ of zelfs ‘dat verdachtmakingen hierover politiek niet bespreekbaar zijn’. Allemaal citaten die in de jaren ’80 ook van toepassing waren op asbest en de leveranciers er van.

De van oudsher aandoenlijke maar tegenwoordig gevaarlijke naïviteit van Nederland op het gebied van internationale verhoudingen wordt de laatste maanden gelukkig hardhandig afgebroken. De Nederlandse overheid liegt tegen zichzelf en ons bij militaire inzet. De gegevens van cloud-computing klanten blijken inderdaad niet goed beschermd te worden. Israël en de VS gebruiken hun technische kennis van proprietary systemen om hun vijanden digitaal aan te vallen. En 10% van de PCs in Nederland is al overgenomen door criminelen. Dit laatste een directe consequentie van het desktop-monopolie dat door de overheid zelf actief is gecreëerd en via het onderwijs tot op de dag van vandaag versterkt wordt.

Vandaag een Iraanse nucleaire installatie, de gegevens van Rop Gongrijp en het domein van Wikileaks. Morgen een Nederlandse (lucht)haven, kerncentrale, ziekenhuis of een paar Ministeries?

Als Nederland de baas wil blijven over Nederland moeten we ophouden met de quasi-naïviteit in gesprekken over technologische strategie. Ondanks alle mooie afspraken geldt internationaal nog steeds de wet van de jungle en we gedragen ons alsof we in een aangeharkt parkje aan het wandelen zijn. NOiV (of een opvolgend programma) moet echt het gesprek kunnen en durven aangaan over de strategische implicaties van het draaien van een overheidsapparaat op systemen die niet onder haar controle staan. Tijd om informatie-asbest in de publieke sector streng te reguleren, ondanks het feit dat het soms handig is, iedereen er mee werkt en we nog bezig zijn met het verfijnen van alternatieven.